De groepsverzekering: belonen met verstand!

Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar de economische vooruitzichten klaren eindelijk op. Ook in Europa is de conjunctuur zich aan het herstellen, en alles wijst erop dat die evolutie zich volgend jaar zal doorzetten. De meeste ramingen situeren de Belgische reële bbp-groei voor 2016 rond 1,4 % of zelfs iets hoger. Onder meer de goedkope olie, de zwakke euro en de lage rente dragen daartoe bij.

De maatregelen van de regering om de loonkostenhandicap van de Belgische ondernemingen in te perken en hun concurrentiekracht op te drijven, zullen volgend jaar al vruchten afwerpen. Die ontwikkeling biedt zowel mogelijkheden als uitdagingen. Een van de gevolgen is dat kmo’s weer op zoek gaan naar bekwame medewerkers. Uitstekend personeel vormt tenslotte nog altijd de beste troef om als bedrijf te slagen. Als u die ideale werknemers wil overtuigen om zich aan uw bedrijf te binden of wil motiveren om bij uw bedrijf te blijven, moet u aantrekkelijke voorwaarden kunnen aanbieden.

Een degelijk salaris maakt daar uiteraard deel van uit, maar er is een manier om de verloning ook voor het bedrijf interessant te maken: de groepsverzekering, waarmee u een bijkomend pensioenkapitaal opbouwt voor uw werknemers. Het grote voordeel van die formule is dat ze op fiscaal vlak veel rendabeler is dan een gewone loonsverhoging. Omdat een groepsverzekering in de ogen van de fiscus niet geldt als een aanvullend inkomen ontsnapt ze aan allerlei belastingen en bijdragen. En dat verschil kan snel oplopen. 135 euro per maand uitkeren als extra loon komt netto neer op zo’n 44 euro extra voor de werknemer. 135 euro via een groepsverzekering betekent bijna 120 euro extra voor de werknemer. 

Het idee raakt stilaan ingeburgerd. Een paar jaar geleden bleek uit een enquête van Randstad bij 3000 werknemers dat meer dan de helft een groepsverzekering bij de meest gegeerde extralegale voordelenvermeldt. Toch onderschatten veel werknemers nog steeds hoe zwaar zo’n verzekering doorweegt.

Er zijn genoeg redenen waarom een aanvullend pensioen van belang is:

  • het wettelijke pensioen bedraagt maar een fractie van het laatste salaris
  • dezelfde levensstandaard behouden wordt moeilijk na pensionering
  • de groeiende vergrijzing zet steeds meer druk op het wettelijke pensioenstelsel
  • ook de levensverwachting blijft stijgen, waardoor pensioenen langer moeten worden uitbetaald

Werknemers doen dus per definitie hun voordeel bij een groepsverzekering, maar het gaat verder dan enkel de opbouw van een kapitaal:

  • ze krijgen een ruimer pensioen, betaald door de werkgever
  • ze genieten een extralegaal voordeel dat fiscaal interessant is
  • kiest de werkgever in het pensioenplan voor de waarborgen arbeidsongeschiktheid en overlijden, dan kunnen werknemers ervoor zorgen dat hun dierbaren in die situaties de financiële problemen kunnen opvangen
  • ze krijgen een aantrekkelijk rendement op hun pensioenplan
  • ze kunnen de risicowaarborgen aanpassen aan hun behoeften en prioriteiten
  • ze hebben de mogelijkheid om (onder bepaalde voorwaarden) een voorschot op hun al opgebouwde pensioenkapitaal op te vragen, voor de financiering van bouw- en verbouwingsprojecten

Uw werknemers zijn echter niet de enigen die er wel bij varen. Een groepsverzekering biedt ook allerlei pluspunten voor u als bedrijfsleider:

  • u biedt een essentieel extralegaal voordeel aan dat nieuwe werknemers kan overtuigen
  • u legt een extra troef op tafel om onmisbare werknemers in het bedrijf te houden
  • u geeft uw werknemers dankzij de fiscale voordelen meer netto met hetzelfde budget
  • u kunt het budget nauwkeurig maar toch flexibel beheren, op maat van uw bedrijf en de verschillende werknemers
  • u versterkt uw imago van moderne en aantrekkelijke werkgever

In dit kader is het ook goed om te weten dat de wet op de aanvullende pensioenen werd aangepast, met een aantal bepalingen die vanaf 1 januari 2016 van start gingen. Met name de minimale rendementsgarantie, het rendement dat de werkgever zijn werknemers moet garanderen, op het moment van pensionering of bij een transfer van reserve (bv. bij uitdiensttreding), ziet er nu anders uit. Sinds 1 januari 2016 wordt er gewerkt met één enkel percentage – identiek voor de werkgevers- en werknemersbijdragen – dat zal evolueren volgens de rendementen die kunnen worden gehaald op de financiële markten. Dat percentage zal minimaal 1,75 % bedragen en maximaal 3,75 %.
De rendementsgarantie ten laste van de werkgevers wordt variabel en hangt af van het gemiddelde rendement van de OLO’s (lineaire obligaties of staatsfondsen) op 10 jaar over de laatste 24 maanden.
 
Een andere wetswijziging, die ook geldt sinds 1 januari 2016, is de verplichte uitbetaling van het aanvullend pensioenkapitaal op het moment dat uw werknemer effectief zijn wettelijke pensioen opneemt. Uw werknemer kan wel altijd de uitbetaling vragen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd, ook als hij verder blijft doorwerken na die leeftijd. Voldoet hij aan de voorwaarden voor een vervroegd wettelijk pensioen? Ook dan kan hij de uitbetaling vragen, ook als hij verder blijft werken.

De wet bepaalt ook dat de minimumeindleeftijd voor een nieuwe groepsverzekering vanaf 1 januari 2016 niet lager mag zijn dan de wettelijke pensioenleeftijd, die momenteel 65 jaar bedraagt. Daarnaast stipuleert de wet dat een gepensioneerde die vanaf 1 januari 2016 een beroepsactiviteit hervat, geen 2e pijler pensioentoezegging meer kan genieten. 

Wilt u graag meer informatie? Aarzel niet om me te contacteren.

 

Uw makelaar,

Steeds tot uw dienst

 

Bron: AG

Terug naar overzicht